SV | En zij verdreven de Kanaanieten niet, die te Gezer woonden; alzo woonden die Kanaanieten in het midden der Efraimieten tot op dezen dag; maar zij waren onder schatting dienende. |
WLC | וְלֹ֣א הֹורִ֔ישׁוּ אֶת־הַֽכְּנַעֲנִ֖י הַיֹּושֵׁ֣ב בְּגָ֑זֶר וַיֵּ֨שֶׁב הַֽכְּנַעֲנִ֜י בְּקֶ֤רֶב אֶפְרַ֙יִם֙ עַד־הַיֹּ֣ום הַזֶּ֔ה וַיְהִ֖י לְמַס־עֹבֵֽד׃ פ |
Trans. | wəlō’ hwōrîšû ’eṯ-hakəna‘ănî hayywōšēḇ bəḡāzer wayyēšeḇ hakəna‘ănî bəqereḇ ’efərayim ‘aḏ-hayywōm hazzeh wayəhî ləmas-‘ōḇēḏ: |
En zij verdreven de Kanaänieten niet, die te Gezer woonden; alzo woonden die Kanaänieten in het midden der Efraimieten tot op dezen dag; maar zij waren onder schatting dienende.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En zij verdreven de Kanaanieten niet, die te Gezer woonden; alzo woonden die Kanaanieten in het midden der Efraimieten tot op dezen dag; maar zij waren onder schatting dienende.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!